De CoBrA beweging
CoBrA werd opgericht door Christian Dotremont, Asger Jorn, Karel Appel en Constant Corneille in de naoorlogse periode, in 1948. De kunstenaars met Deense, Belgische en Nederlandse nationaliteit noemden hun stroming naar de hoofdsteden van hun respectieve geboortelanden: Kopenhagen – Brussel – Amsterdam.
De stroming wil afstand nemen van de rationalistische westerse cultuur die tot de oorlog heeft geleid en ook van de klassieke opgelegde regels. In eerste instantie gingen de leden uit van het surrealisme dat werd uitgediept en waarvan de beginselen van psychische automatismen en abstractie werden overgenomen. Voor CoBrA staat vrijheid centraal ….Vrijheid van handelen waardoor de vorm carte blanche krijgt. De materie en de handeling zijn essentieel. De nadruk komt niet te liggen op het resultaat maar op een spontaan creatieproces dat meer en meer naar volledige abstractie neigt.
De stroming blijft enige tijd in de schaduw alvorens furore te maken via publicaties en herhaaldelijke exposities. Ondanks haar korte bestaan – de stroming stopt met bestaan in 1951 – blijft de Cobra-beweging tot op vandaag een belangrijke naoorlogse stroming. Het is pas in de jaren ’60, op het moment dat meerdere kunstenaars als Christian Dotremont, Pierre Alechinsky, Asger Jorn of Constant Corneille internationale faam kenden, dat men zich rekenschap is beginnen geven van het belang van deze stroming voor de Europese kunstgeschiedenis.
Met de aankoop van bepaalde werken, zijn sensibiliteit en de ontmoetingen die hij had met kunstenaars, kreeg Thomas Neirynck steeds meer aansluiting bij de stroming. Toch is het niet de enige richting die hij is uitgegaan.