La jeune peinture belge
Tijdens de tweede wereldoorlog valt de bloeiende kunst van voor de oorlog ten prooi aan een kortzichtige en eenzijdige visie. De artistieke activiteiten komen op een laag pitje te staan en musea sluiten hun deuren. De kunst van de propaganda is de enige nog toegelaten kunstvorm tijdens de Duitse overheersing.
Vlak na de oorlog, als om de herwonnen vrijheid te vieren, richten enkele kunstenaars waaronder ook Louis Van Lint, Gaston Bertrand of Anne Bonnet een groep op, 'la Jeune Peinture Belge'. Deze kunstenaarsgroep voelt zich heen en weer geslingerd tussen enerzijds een vreugdegevoel omdat de oorlog voorbij is maar anderzijds is er ook de bezorgdheid als gevolg van de koude oorlog. De groep getroost zich de moeite niet om een manifest te schrijven want hun doel bestaat er allerminst in om zich vast te ketenen aan theoretische opvattingen. Integendeel, de vrijheid van uitdrukking staat centraal bij hun creaties. Door deze denkwijze stevenen we in rechte lijn af op de abstractie. De groep was geen lang leven beschoren, de beginselen van la Jeune Peinture Belge zouden later overgenomen en verder doorgedreven worden door een andere stroming, de CoBrA-beweging.